Het is en blijft een hot topic: schrijvers of muzikanten, die exploitatieovereenkomsten aangaan met uitgevers en op enig moment afscheid willen nemen, terwijl de uitgever ze niet wil laten gaan.
Een verhouding, waarin regelmatig in meer of mindere mate een ‘disbalans’ speelt en die door de wetgever in 2015, met het ‘nieuwe’ auteurscontractenrecht, met iets meer waarborgen is voorzien in het belang van de auteurs. Met de nadruk op “iets”. Want in 2017 besliste de Hoge Raad nog in de bekende Nanada/Golden Earring zaak, waarin de band rechten op een aantal nummers terug probeerde te krijgen, dat (naar nieuw maar) ook naar ‘oud recht’ er wél een voldoende zwaarwegende grond aanwezig moet zijn om een uitgever aan te pakken en onder een contract uit te komen.
Desalniettemin biedt het ‘nieuwe’ auteurscontractenrecht een auteur een aantal wettelijke waarborgen: zo kan een auteur bij onverwacht, enorm succes een beroep doen op een aanvullende vergoeding om mee te delen in het succes (bestsellerclausule). En de waarborgen beogen een uitgever óók aan het werk te zetten en te houden en om aan actieve exploitatie te (blijven) doen. Zodat een auteur, als een uitgever ‘stil’ zit of er een potje van maakt, zijn boeltje kan oppakken en kan vertrekken. Althans, in theorie. Want de praktijk blijkt zo nu en dan weerbarstig.
En laten we wel wezen, regelmatig is dat ook terecht. Want een professionele, actieve uitgever steekt zijn nek uit, neemt risico’s en investeert in een auteur en in de exploitatie en promotie van veelal nieuw werk, waarvan het maar de vraag is of die investering terugverdiend wordt. Ondernemersrisico en risico van het vak, helemaal waar, maar iedere discussie over relaties als deze kent zijn eigen ins en outs, feiten en afwegingen. En dat geldt ook voor iedere rechtszaak.
Dat blijkt ook uit de rechtszaak die afgelopen jaren speelde tussen een schrijfster en uitgeverij Overamstel en waarin het Hof in Amsterdam onlangs in hoger beroep uitspraak deed - en de eerdere uitspraak van de rechtbank bekrachtigde. Wat speelde er?
In 2017 had de auteur vernomen dat haar boek was uitverkocht en dat haar uitgever helaas geen herdruk meer zou laten plaatsvinden, maar alleen nog exemplaren wilde leveren via ‘printing on demand’. Een productiewijze die al een tijd bestaat en waarbij een boek wordt geprint steeds als daar om wordt gevraagd. De term zegt het al. Daarmee kan in principe, als een uitgever hier strak bovenop zit, steeds aan de vraag naar een titel worden voldaan (los van e-books).
De uitgever stelde dat het boek daarmee steeds beschikbaar kon en zou zijn en dat zij voldeed aan wat zij had afgesproken, namelijk: zij hield het boek in boekvorm beschikbaar voor het publiek. Waarbij ze ook gebonden was aan een bepaalde termijn zoals het contract bepaalde namelijk: “het werk moet op verzoek van een consument tenminste binnen een maand in boekvorm verkrijgbaar zijn, uit voorraad of op bestelling”.
De auteur kon zich daar echter niet in vinden om meerdere redenen en kwam tot opzegging, en later ook tot ontbinding van haar auteurscontract. Dit op grond van de beëindigingsmogelijkheden in de auteursovereenkomst en, subsidiair, op grond van artikel 25e van de Auteurswet. Dit laatste artikel houdt in dat een maker een exploitatieovereenkomst kan ontbinden, als een uitgever “niet of niet langer in voldoende mate exploiteert”. Een discussie die ook bij uitstek in de Golden Earring zaak speelde.
En daar kon de uitgever zich weer niet in vinden. Zij hield de auteur dan ook aan haar contract.
Het Hof volgt de uitgever daarin en onderschrijft dat de uitgever met het beschikbaar stellen door printing on demand de titel in boekvorm voor het publiek beschikbaar heeft gehouden. Daarbij heeft de uitgever volgens het Hof ook aannemelijk gemaakt dat zij snel kan schakelen: Sterker nog: de uitgever stelde zelfs dat zij de titel binnen 24 uur beschikbaar zou kunnen maken, in plaats van binnen genoemde maand. En daarmee zou ze dus continu aan de vraag kunnen voldoen, ook in grotere aantallen. En daarmee is er geen grond voor een contract beëindiging.
Helaas geen When the lady smiles voor de auteur, maar wel een uitspraak die juridisch juist leest. En het antwoord op de vraag in de kop van deze blog is hier dus: JA. Er is echter een maar. Deze uitgever houdt met printing on demand de titel in boekvorm beschikbaar voor het publiek, volgens de gemaakte afspraken, maar dat kan bij een andere contractinhoud zomaar heel anders uitpakken. Contracten zijn er in soorten en maten, en nieuwe technieken en technologieën krijgen daarin vaak nog altijd niet de aandacht die ze verdienen. Dus be aware voordat je nieuwe schoenen koopt.
Voor alle auteursrechtelijke vragen: Charissa Koster (koster@dayonelegal.nl)
+31 6 535 385 76 | koster@dayonelegal.nl