Bijgewerkt op: 30 jan 2019
Maar tijdens je vakantie krijg je geen “dubbel” pensioen!
Wat is de waarde van een vakantiedag?
Het Europese Hof wees er al in 2012 een duidelijk arrest over (Williams/British Airways). Een grotere stroom Nederlandse jurisprudentie kwam pas in 2015 op gang, waarbij dit Europese arrest wordt gevolgd.
De waarde van een vakantiedag is gelijk aan het bedrag dat de werknemer zou hebben gekregen als hij geen vakantie had opgenomen.
Dat geldt ook bij uitkering van vakantiedagen bij einde dienstverband; de werknemer mag niet in een nadeliger positie komen.
Zowel tijdens als na het dienstverband betaalt de werkgever dus niet alleen het kale loon voor een vakantiedag. Naast het basissalaris moeten alle andere componenten die intrinsiek samenhangen met de taken die de werknemer zijn opgedragen en waarvoor hij een financiële vergoeding ontvangt, worden betaald. Te denken valt bijvoorbeeld aan vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, onregelmatigheidstoeslag, ploegentoeslag, overwerkvergoeding, commissie.
Maar hoe zit het met het werkgeversdeel van de pensioenpremie? Toegegeven, het is een arbeidsvoorwaarde. Maar het is geen loon. En pensioenpremie gaat niet naar de werknemer. Die wordt betaald aan het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar. Bovendien worden alle premies -voor de gehele duur van de arbeidsovereenkomst- op basis van de pensioenovereenkomst en de Pensioenwet betaald. Het niet meerekenen van premies bij de uitbetaling van vakantiedagen veroorzaakt geen gebrek in de pensioenopbouw. Dus waarom zou een werknemer nu voor een vakantiedag pensioenpremie extra moeten ontvangen?
Toch zijn er wel wat uitspraken van met name lagere rechters die bepaald hebben dat over een vakantiedag werkgeverspensioenpremie moest worden vergoed aan de werknemer. Zie bijvoorbeeld ECLI:NL:RBAMS:2012:BX1486 en ECLI:NL:RBNNE:2017:1145.
In laatstgenoemde uitspraak overwoog de kantonrechter:
De werkgeverspremie heeft – hoewel deze geen loon in letterlijke betekenis is – een bepaalde waarde en is daarom ook een onderdeel van het ruime loonbegrip dat moet worden gehanteerd. Deze moet dus worden meegenomen bij berekening van de waarde van niet-opgenomen vakantiedagen.
Op 7 augustus 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dit vonnis gelukkig vernietigd.
Het Hof overweegt – kort weergegeven – dat de werkgeverspremie niet tot het vakantieloon hoort:
Werknemer had gedurende het dienstverband recht op opbouw van zijn pensioen, dat was ondergebracht bij het bedrijfspensioenfonds.
Hij heeft dus aanspraak op uitbetaling van een pensioen op de pensioendatum waarbij de hoogte wordt bepaald door zijn middelloon en door de duur van zijn dienstverband. Of de pensioenpremie daadwerkelijk volledig is voldaan, is niet bepalend voor de hoogte van de pensioenaanspraak.
De pensioenpremieverplichtingen tot de einddatum van de arbeidsovereenkomst zijn afgefinancierd.
De werknemer heeft nog gesteld dat als hij in dienst was gebleven, hij de vakantiedagen had kunnen opnemen en dat hij er dan wel pensioenpremie over zou hebben ontvangen. Die stelling treft geen doel; het Hof vindt dat dit nadeel het gevolg is van de beëindiging van het dienstverband en daarvoor heeft de betrokken werknemer de in de vaststellingsovereenkomst afgesproken ontslagvergoeding ontvangen.
Ik ben van mening dat het oordeel van het Hof correct is en dat het oordeel bovendien niet anders had moeten uitvallen als de pensioenregeling een beschikbare premieregeling zou zijn geweest.