Ondernemen in crisistijd: over voorbereid doorstarten en de pre-pack

Groenewegen-Caris |
11 mei 2020

De corona crisis heeft voor ondernemingen in bijna alle branches gevolgen. Ondernemers snakken naar perspectief. Naar positieve vooruitzichten, zaken draaiend houden of zo snel weer krijgen. Wanneer kan er weer (meer) omzet gedraaid worden, zodat vaste lasten gedragen kunnen worden? Redt de onderneming het tot die tijd? Moeten offers gevraagd worden van bijvoorbeeld personeel? Of is het verstandiger om tot ontslagen te komen en in afgeslankte vorm aan “de tijd na corona” te beginnen? 

 

We weten inmiddels dat het nog wel even gaat duren voordat we zijn aanbeland in ‘het nieuwe normaal’. Dat er een recessie komt staat vast. Een ontslagronde gebaseerd op bedrijfseconomische redenen kan de voorkeur hebben boven het doen van een beroep op de NOW-regeling. Daarnaast zijn er gevallen waarin het niet mogelijk is een beroep te doen op de NOW-regeling. Kortom, ondernemen is vooruitzien en daadkrachtig handelen. 

 

Soms zal een faillissement onvermijdelijk zijn. Een doorstart was in het verleden een beproefde methode om de onderneming (in afgeslankte vorm) voort te zetten. Er werd een keuze gemaakt uit het personeelsbestand. De rest werd ontslagen. Zo was het mogelijk om een levensvatbare onderneming te voeren, mét baanbehoud voor een deel van het personeel. Dat is beter dan dat alle werknemers zich bij het UWV melden voor een uitkering. Ook werd zo een hogere opbrengst voor schuldeisers van de failliete onderneming gegenereerd: een draaiende onderneming (going concern) levert nu eenmaal meer op dan een stilliggende onderneming.

 

Sinds de doorstart van Estro, en de negatieve beoordeling daarvan door de rechter, is er minder animo voor een doorstart. Dit komt doordat als gevolg van die gerechtelijke uitspraak van het Europese Hof het risico bestaat dat steeds alle werknemers mee overgaan naar de doorstartende partij. Zo wordt dus geen afslanking bereikt, en is het niet mogelijk om een levensvatbaar bedrijf (met overzichtelijke kosten) op poten te zetten. Een faillissement betekent dan dus vaker een definitief einde van een voorheen winstgevende onderneming. Met alle gevolgen en financiële problemen voor de ondernemer en het personeel van dien. Een diepere recessie is het gevolg. 

 

Dit is onwenselijk. 
 
De Hoge Raad ziet dit – zo lijkt het – ook. In zijn arrest van vorige maand, vrijdag 17 april 2020, legt de Hoge Raad nog eens uit hoe het Nederlandse faillissementsrecht eruit ziet en hoe met een pre-pack (dit is een voorbereide doorstart) het belang van de gezamenlijke crediteuren van de failliete onderneming én de werkgelegenheid gediend wordt. De Hoge Raad stelt uitlegvragen aan het Europese Hof. Laten we hopen dat de antwoorden snel volgen en positief zijn. Want zeker nu kan dat van essentieel belang zijn voor ondernemers die op omvallen staan.

 

Voor nu moeten we als ondernemers zo goed mogelijk gebruik maken van de mogelijkheden die er zijn. Wat is het beste voor uw onderneming op de langere termijn? Hoe blijft uw onderneming levensvatbaar en blijven banen op de lange termijn zoveel mogelijk behouden? Hoe kunt u het beste reorganiseren? Kunt u snel en kostenefficiënt stappen zetten om uw openstaande debiteuren betaald te krijgen? Heeft u de noodzakelijke voorbereidingen getroffen, mocht het tóch gebeuren dat uw onderneming failliet gaat? 

 

Wij denken graag met u mee, dus bel of mail als u behoefte heeft aan overleg of advies. Niet alleen juridisch, maar ook commercieel en strategisch.

 

Edith Groenewegen: groenewegen@dayonelegal.nl 

Voor verdere informatie over deze blog of advisering over het onderwerp, kunt u contact opnemen met DayOne advocaat Edith Groenewegen.
+31 6 5 111 6155 | groenewegen@dayonelegal.nl