shutterstock 2517388209(1)

Merkinbreuk bij refererend gebruik: mag je een betonblok een Legoblok noemen?

Dayone |
28 april 2025

Merkinbreuk bij refererend gebruik: mag je een betonblok een Legoblok noemen?

Inleiding
Het merkenrecht speelt een cruciale rol in de bescherming van commerciële belangen. Zo zijn merken onder meer belangrijke marketinginstrumenten. Zeker in het digitale tijdperk, waar SEO en online zichtbaarheid essentieel zijn, ontstaan er nieuwe spanningsvelden tussen merkbescherming en eerlijke concurrentie. De recente uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 april 2025 (ECLI:NL:RBDHA:2025:7003) tussen de LEGO-Groep en Betonblock illustreert deze dynamiek treffend.

Feiten van de zaak
De zaak werd aangespannen door LEGO Holding A/S, de welbekende producent van bouwspeelgoed. LEGO bezit diverse merkregistraties, waaronder het Uniewoordmerk en het Benelux-woordmerk 'LEGO' voor speelgoed in klasse 28. Gedaagde partij Betonblock B.V. (overigens voorheen handelend onder de naam Legobeton B.V.) is actief in de betonindustrie en produceert (mallen voor) grote betonblokken voor de bouw. 
Om haar mallen te promoten, gebruikte Betonblock het teken 'LEGO' op diverse manieren op haar website en in diverse marketinguitingen: in productomschrijvingen, URL's, metadata en koppen. Betonblock wilde daarmee een eigenschap van haar betonblokken benadrukken, namelijk dat je deze (na productie) ‘als LEGO op elkaar kunt stapelen’. LEGO was niet blij met dit gebruik, omdat er ongerechtvaardigd voordeel zou worden getrokken uit de reputatie en het onderscheidend vermogen van haar merken.

Juridisch kader merkenrecht
Zowel artikel 9 lid 2 sub c van de Uniemerkenverordening (UMVo) en artikel 2.20 lid 2 sub c van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE) zien op het beschermen van bekende merken tegen gebruik van overeenstemmende tekens voor niet-soortgelijke waren of diensten, wanneer dit gebruik “ongerechtvaardigd voordeel oplevert of afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk”. Om aanspraak te maken op deze bijzondere bescherming moet een merk ‘bekend’ zijn. Niet geheel verrassend werd dat in deze zaak voor het merk LEGO zonder al te veel moeite aangenomen.

De standpunten
Volgens LEGO was er sprake van afbreuk van de LEGO-merken, althans ongerechtvaardigd voordeel trekken uit de bekendheid en het onderscheidend vermogen daarvan. Het kernpunt: Betonblock gebruikte het woord ‘LEGO’ op strategische plaatsen op haar website—met name in kopteksten, productomschrijvingen, URL’s en SEO-gevoelige posities. LEGO bracht daarbij naar voren dat uit intern onderzoek bleek dat 13,4% van de klikken op de website van Betonblock afkomstig was van zoektermen waarin ‘LEGO’ werd gecombineerd met termen als ‘betonblok’. Daarmee werd volgens LEGO geprofiteerd van de aantrekkingskracht van haar merk, zonder dat daar toestemming voor was gegeven of enige economische band bestond.
Betonblock beriep zich op het recht van beschrijvend gebruik. Volgens haar was het woord ‘lego’ in de betonsector een gangbare term geworden om blokken met noppen aan te duiden. Bovendien betoogde zij dat haar doelgroep wezenlijk verschilde van die van LEGO, waardoor er geen verwarring zou kunnen ontstaan. Zij benadrukte dat ook concurrenten dezelfde termen gebruiken, en dat het onevenredig zou zijn om alleen hen te verbieden dit voort te zetten. Daarnaast stelde Betonblock dat haar gebruik van de term in overeenstemming was met eerlijke handelspraktijken en geen schade toebracht aan het LEGO-merk (art. 2.23 lid 1 BVIE).

Oordeel Voorzieningenrechter
De rechter wees het argument van reputatieschade af: LEGO en Betonblock bedienen totaal verschillende markten, en er was geen bewijs dat consumenten daadwerkelijk anders gingen handelen door het gebruik van het teken. Het gebruik van het woord ‘LEGO’ bleek evenwel volgens de Voorzieningenrechter niet beschrijvend: het was veelvuldig, strategisch en SEO-gedreven. De Voorzieningenrechter kwalificeerde dit als ‘meeliften’ op de reputatie van LEGO. Daarmee is sprake van ongerechtvaardigd voordeel. Het frequent gebruik van het teken kan niet wordent beschouwd als eerlijk of proportioneel, temeer omdat er alternatieven zijn om online zichtbaarheid te creëren (zoals het gebruik van Google Ads of andere SEO-methoden). 
De rechter wees een verbod uiteindelijk toe, met de opmerking dat Betonblock de term ‘lego’ nog wel zou mogen gebruiken ter aanduiding van eigenschappen van het product, maar uitsluitend op sobere wijze en zonder herhaaldelijk, prominent of strategisch gebruik.

Conclusie
De zaak LEGO vs. Betonblock toont dat merkinbreuk niet per se gaat over verwarring of concurrentie binnen dezelfde markt. Ook strategisch gebruik van bekende merken in SEO-context, zonder duidelijke commerciële link, kan tot inbreuk leiden wanneer het voordeel ten koste gaat van de merkhouder. Vooral als er sprake is van systematisch, zichtbaar en herhaaldelijk gebruik, zal dit eerder worden gezien als (onrechtmatig) meeliften dan als toelaatbaar beschrijvend gebruik. Voor bedrijven betekent dit dat SEO-strategieën niet los kunnen worden gezien van het intellectueel eigendomsrecht.

Vragen over deze zaak of over het merkenrecht in het algemeen? Neem dan contact op via pouw@dayonelegal.nl of vanwijk@dayonelegal.nl.