top of page
  • dayonelegal

Geen onderbroekenlol voor zanger Waylon in rechtszaak tegen onderbroekenproducent: door verkeerde insteek vist hij achter het net

Procederen is niet gemakkelijk, dat weet iedere procesadvocaat. De manier waarop je een procedure insteekt, wat je stelt én wat je vordert, luistert nauw. Procederen is ook niet voor niets een specialisme. Dat neemt niet weg dat daar soms lichtzinnig over wordt gedacht.


De rechtbank Rotterdam maakte afgelopen weken korte metten met zanger Waylon en zijn financieringsmaatschappij Waymore, die een rechtszaak had aangespannen tegen Ultraviolet Fashion. Die zou in het najaar 2022 een nachtkleding- en onderbroekenlijn met Waylon ontwikkelen voor een periode van tenminste drie jaar. En let wel: anders dan veel media ten onrechte melden, was volgens de rechtbank al ten tijde van het tekenen van de overeenkomst bekend dat Waylon werd beticht van overspel. Kennelijk was deze negatieve publiciteit echter géén reden voor Ultraviolet om van de deal af te zien.


Al vrij snel na het tekenen van de overeenkomst mocht Waylon een factuur sturen van maar liefst € 50.000,- als voorschot op te ontvangen royalties. Dat deed hij en terecht. Die factuur werd echter niet betaald. En dat gold ook voor een deel van dit bedrag, waarvan werd toegezegd dat het “echt” betaald zou gaan worden. Ultraviolet betaalde echter helemaal niets. Kort gezegd trok zij de stekker uit de samenwerking, nadat Waylon een interview had gegeven waarin hij zijn overspel toegaf (net zoals het ten prooi vallen aan 'demonen' en 'erectieproblemen').


De rechtbank stelde echter vast dat er géén sprake is geweest van een geldige eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door Ultraviolet. Er wordt sowieso niet goed duidelijk wat Ultraviolet nou precies stelt over de beëindiging, terwijl uit de overeenkomst volgt dat die niet kón worden beëindigd op dat moment. Ongeacht of Waylon op enig moment bekentenissen deed of niet: er kon en mocht dus niet beëindigd worden en op geen enkel moment is komen vast te staan dat partijen hier samen een andere afspraak over hebben gemaakt. Integendeel. Waylon dacht wel op enig moment, zoals het vonnis zo mooi meldt: “dit verhaal is dood”, maar uit niets blijkt dat hij instemde met een contractbeëindiging.

 

Je zou zeggen: kat in het bakkie. Maar nee. Helaas voor Waylon.


De rechtbank zegt kort gezegd: alle lichten staan op groen voor Waylon, maar helaas vordert hij alleen maar nakoming van een verplichting tot betaling van een voorschot op nog verschuldigd te worden royalties. Alleen, zo stelt de rechtbank vast: géén van partijen heeft nog de illusie dat het gaat komen van een samenwerking; oftewel, er komt geen onderbroekenlijn meer, dus gaan er ook geen royalties komen.


Tekenend is ook, zo zegt de rechtbank, dat Waylon geen nakoming van de overeenkomst heeft gevorderd in de zin van: “de nachtkleding/onderbroekenlijn moet worden uitgebracht” (en dientengevolge, X, Y en Z). Niets van dat al, hij vordert slechts betaling van het voorschot op de royalties. En dan wordt het lastig… want dan mag de rechter nog wel “iets helpen”, sterker nog: ze moet dan zoals dat heet de gronden ambtshalve aanvullen. Maar ook die hulp kan Waylon niet redden. Want om in plaats van die steevast gevorderde nakoming een schadevergoedingsverplichting uit te kunnen spreken, moet de overeenkomst tussen partijen dan wel ófwel ontbonden zijn, óf moet er zogenaamde “vervangende schadevergoeding” zijn gevorderd (omzettingsverklaring, van nakoming naar schadevergoeding).


Maar niets van dit al. Dus het schip strandt, Waylon krijgt helemaal niets en heeft nog één geluk namelijk dat de rechtbank de proceskosten compenseert (oftewel verdeelt, iedere partij draagt de eigen kosten). Op naar een hoger beroep? Je zou het bijna hopen. Ik beloof op te nemen als Waylon belt.


Voor vragen over intellectuele eigendom, samenwerkingen en royalty-vorderingen: Charissa Koster, koster@dayonelegal.nl






 

161 weergaven0 opmerkingen
bottom of page